Was de rabarber, schil de stengels en snijd het in kleine stukjes.
Doe de stukjes rabarber, water, suiker en de zaadjes van het vanillestokje in een steelpannetje en breng zachtjes aan de kook. Laat de rabarber 10 minuten pruttelen. Zet het pannetje opzij en laat dit goed afkoelen.
Klop de vanilleyoghurt en kwark met de sinaasappelrasp tot een smeuïge massa.
Maak de gardes goed schoon. Klop in een aparte kom de slagroom samen met een zakje vanillesuiker en klop de slagroom stijf. Houd er rekening mee dat je de slagroom voor de tiramisu niet te stijf opklopt.
Spatel de slagroom door het kwark-mengsel.
Doop de lange vingers in de sinaasappelsap en leg ze naast elkaar in een kleine ovenschaal.
Verdeel de helft van het rabarbermengsel gelijkmatig over de langevingers-bodem. Verdeel daarop de helft van de aardbeien in plakjes.
Verdeel de romige kwark over de aardbeien. Strijk het geheel glad met de spatel.
Herhaal nog een laag en eindig met de romige kwark. Leg hierop de laatste aardbeien netjes in plakjes gesneden.
Laat de tiramisu minimaal 4 uur in de koelkast opstijven.
Eet smakelijk!